Gepubliceerd op in de categorie : Met vrienden, Natuur, Met zijn tweetjes, Draag bij aan de Wapiblog
Langs het groene kanaal Blaton-Péronnes
Het kanaal Pommeroeul-Antoing, 25 km lang, werd ingehuldigd in 1827 en opgevolgd in 1964 voor het grotere Nimy-Blaton-Péronnes. De jaagpaden maken ook deel uit van de RAVeL route. We volgen deze tot in Doornik. Vandaar brengt de trein je om het uur – ook in het weekend – terug naar je vertrekpunt. Dat is drie haltes verder, een kwartier rijden.
Langs het water, door knooppunten te volgen…
Indertijd was Blaton een knooppunt van kanalen en spoorwegen. Aan de uitgang van het station ga je linksaf en 200 m verder opnieuw links (rue des Vieux Fours). De eerstvolgende straat links (rue des Patures) leidt je naar het kanaal Blaton-Ath, alweer linksaf te volgen. Hier ben je op het knooppuntennetwerk; het kanaal maakt deel uit van de RAVeL route W1.
Na drie sluizen verlaat je het kanaal. Wat verder laat een infobord weten dat je fietst op de vroegere spoorlijn 80/78A naar Bernissart. Die was maar 4 km lang maar toch intensief gebruikt: dagelijks door 1600 mijnwerkers, en voor het vervoer van de opgedolven kolen. In 1979 was alles voorbij vanwege de sluiting van de mijnen. De spoorzate is nu een fietspad en maakt deel uit van het RAVeL-netwerk.
Je komt door het natuurgebied ‘ la Grande Bruyère’ (grote heide) van Blaton. Wie tijd heeft kan een ommetje maken tot Bernissart en de moerassen van Harchies, een uitgestrekt natuurgebied dat ontstond door het inzakken van de mijnen.
Bruggen hier en daar
Na de ‘Grande Bruyère’ steekt de oude spoorlijn het kanaal Nimy-Blaton over. Van op de indrukwekkende spoorbrug heb je een panoramisch zicht op de samenloop van vier kanaalarmen.
Meteen volgt een tweede brug over het kanaaltje Pommeroeul-Antoing. Maar over deze brug mag je niet, je moet tussen beide rechtsaf een paadje naar beneden volgen en over een bruggetje naar het jaagpad van het grote kanaal Blaton-Peronnes.
Je komt terug in een groene omgeving, door het bos van Bonsecours en vervolgens in Peruwelz. De haven ligt vol plezierboten en daar hoort een café bij. Die ligt net over brug.
Twee kilometer verder loont het de moeite het kanaal even te verlaten. Na geel huis, tegenover n° 20 volg je linksaf een weg naar Château d’Arondeau: een prachtig kasteel met vijver. De weg wordt een kasseibaantje en draait terug naar het kanaal, doorheen het bos ‘Noire Croute’.
Als oude en nieuwe kanalen kruisen
In Maubray kom je aan de samenvloeïng van het oude en nieuwe kanaal. Het eerste loopt via ‘le petit canal’ Pommeroeul-Antoing buiten gebruik; het tweede langs het nieuwe Nimy-Blaton-Péronnes.
Vroeger waren de boten van het type ‘Freycinet’, naar de franse minister die in 1879 de sluizen standardiseerde. Op de nieuwe kanalen is de tonnenmaat verhoogd van 312 naar 1350 T. Het oude kanaal heeft veel meer charme. Het ligt diep verscholen in het groen.
Vanaf de ‘pont Royal ‘in Morlies komt het weer in open ruimte. ‘Koninklijk’, omdat dit het werk was van Willem I , onze toenmalige vorst. Hier zakt het 16m af naar de Schelde in Antoing; de acht sluizen die daarvoor nodig waren zijn nu bruggetjes.
Op de weg naar de Stad met de Vijf Klokkentorens
Le Grand Large In Péronnes erindigt zowel het oude kanaal als het nieuwe in de Schelde. De samenvloeïng is een brede waterpartij, ‘le Grand Large’. Het is een mooie plek om halt te houden op een bank, met uitzicht op het ADEPS-centrum – de tegenhanger van onze BLOSO. Hier worden allerlei watersporten beoefend: roeien, zeilen, watersurfen. Voorbij een droogdok in activiteit ligt ‘le Petit Large’ en dan ben je aan de Schelde.
Die wordt overspannen door twee bruggen waarvan een blauwe metalen brug fietsbrug. Via die blauwe brug verlaten we het kanaal , en fietsen over de voormalige spoorlijn van Saint-Amand (Frankrijk) naar Antoing en vandaar terug naar de Schelde.
De indrukwekkend ommuurde site van Crèvecoeur – het lijken wel stadswallen – was vroeger een kalkoven. Ook verder kom je die tegen; dit is het ‘witte land’. In de vorige eeuw werden kalk en cement wereldwijd geëxporteerd.
In de bovenstad van Antoing troont het kasteel van de prinsen de Ligne. Je kan helaas niet over de hoge wallen kijken. Enkel van ver zie je de torens.
In Chercq kom je alweer langs monumentale kalkovens en dan ben je in de agglomeratie van Doornik. Tot 486 was het de hoofdstad van het Frankische rijk, en het is de enige Belgische stad die ooit in Engelse handen geweest is. De romaanse kathedraal is zeker een ommetje waard.
Verder langs de Scheldeboorden ligt de merkwaardige ‘Pont des Trous’. Die kan je zien als je aan knooppunt 37 de richting 25 volgt over 300m.
Kortom
– Afstand: 34 kilometer.
– Start: station Blaton
– Uitbreidingen: naar moerassen van Harchies (+15 km)
Inkorting (-7 km) tot aan het station van Antoing
– Wegtoestand: doorgaans beton
– Reliëf: vlak
– Veiligheid: vrije fietspaden, behalve aan begin- en eindpunt
– Bewegwijzering: knooppunten 93-01-99-95-94-91-88-21-13-06-18-02-91-90-68-64-93-01-21-74-54-55-53-14-16-12-10-9-11-8-51-56-49-64-02-37-40-41
– Logistiek: in Blaton, Péruwelz, Morlies, Antoing en Doornik.
– Blikvangers: kastelen van Arondeau en Princes de Ligne, le Grand Large, oude kalkovens.
Portrait van onze Wapitrotteur/speciale gast:
Jo Verwimp is een van onze fietstester. Zijn leeftijd (74) belet hem niet intensief te fietsen, utilitair en recreatief. In het tijdschrift ‘Fietsen Moet Kunnen’ komen sinds 10 jaar zijn trajecten aan bod, steeds in combinatie met de trein.
Ander artikel: De authentieke brouwerijen van Leuze