Amen, we gaan naar het altaar (een stola)!

 

MUSEUM VAN DE LINTNIJVERHEID

Amen, we gaan naar het altaar (een stola)!

Voorgesteld door: Olivier CLYNCKEMAILLIE, Curator-Directeur, Algemeen afgevaardigde

 

Wist u dat Komen niet enkel de wereldhoofdstad van dagdagelijks lint was tussen 1850 en 1914? Het was ook een belangrijk centrum voor technisch textiel en bepaalde nicheproducten? Wist u dat, ondanks de twee wereldoorlogen (met de Eerste Wereldoorlog die de stad voor meer dan 98% verwoestte), Komen telkens opnieuw kon opleven en goederen van hoogwaardige kwaliteit kon produceren? 

Het is geen portie chauvinisme, maar wel degelijk de waarheid! Verschillende objecten uit de collecties van het Museum van de Komense Lintnijverheid lijken dat te bevestigen. Laten we de Franse Lelie achter ons laten en kijken hoe het eraan toegaat aan Belgische kant, rue de Warneton. We hebben het dan over de machinale lintfabriek van Léon Berghe die werd opgericht in 1926 en zich vestigde naast een bouwbedrijf dat ook in handen was van Berghe, die zijn activiteiten wilde diversifiëren. Dit huis uit Komen deponeerde eerst een fabrieksmerk en vervolgens, rond 1949, deponeerde het een nieuw soort ongebruikelijk lint: het religieuze lint.

 

In die tijd waarin misvieringen, processies en andere belangrijke evenementen uit de kerkelijke kalender nog groots werden gevierd, moesten de altaren en de habijt van de priester worden opgefleurd met een fijn geweven strook. André Berghe, zoon en opvolger van Léon, besloot om galons te ontwerpen die op de randen van de lakens op het altaar konden worden genaaid. Verder ontwierp hij ook weelderige stola’s. Dit was zo’n groot succes dat de religieuze modehuizen gigantische hoeveelheden galon bij hem bestelden: Festraets, Lebeaustraat te Brussel, een modehuis dat bekend was in talrijke parochies, kloosters en andere plaatsen voor godsdienstige verering, was zijn grootste klant. Berghe leverde echter ook aan een groothandelaar in Rijsel en verschillende abdijen en kloosters uit de omgeving van Brugge. En omdat men nooit alleen naar het altaar loopt, hadden Léon en André Berghe het idee om nog andere markten te veroveren! Ze ontwikkelden technische linten die dienst deden als handvat voor de wagens van Volkswagen en creëerden LBC, hun eigen gedeponeerd merk, alsook andere smalle stoffen met jacquardstof.

 

 

De familie Berghe was pionier op het vlak van nieuwe materialen, zoals kunstzijde. De statische elektriciteit die wordt gegenereerd wanneer deze vezels over elkaar wrijven heeft trouwens heel wat levendige herinneringen nagelaten bij de dochters van de baas en zijn werknemers. In 1949 werd het bedrijf getransformeerd tot “Rubanerie mécanique Berghe”. Ook daarna bleef het groeien en bloeien tot de komst van de markten met lage lonen, eind jaren 1950. Dit betekende het einde van de geschiedenis van een kleine lintfabriek uit Belgisch Komen die werd opgericht in 1926 en die meer dan drie decennia lang kon groeien tot ver buiten de landsgrenzen. Ite missa est? Amen!

Meer informatie over het Museum van de Lintnijverheid in Komen. 

Ce contenu vous a-t-il plu ?

Merci d’avoir cliqué !

5 utilisateurs ont aimé ce contenu Cliquez sur le cœur pour aimer ce contenu