Gepubliceerd op in de categorie : Met vrienden, Natuur, Draag bij aan de Wapiblog

Van Aat naar Leuze langs waterwegen en voormalige spoorlijnen

Nu een groot deel van Henegouwen knooppunten heeft zijn de RAVeL-routes heel wat toegankelijker geworden. Deze routes zijn bijzonder aangenaam omdat je fietst op jaagpaden of voormalige treinbeddingen, ver dus van ander verkeer, en doorheen de natuur. Natuur, bossen en open ruimte vind je overigens veel meer dan in het dichtbebouwde Vlaanderen. Ook de aanwezigheid van water is voor de meeste fietsers een troef.

Aat en Leuze-en-Hainaut bevinden zich op maar een tiental kilometer van de taalgrens en zijn verbonden door vier RAVel-routes. Behalve de groene omgeving zal je ook een verborgen kapel in het bos ontdekken, het kasteel van Beloeil en bezienswaardigheden in Aat.

Op zoek naar lama’s, tussen Leuze-en-Hainaut en Basècles

De lijn 86 werd grotendeels opgedoekt. Tussen Oudenaarde en Ronse rijden nog treinen, verder naar Basècles is het gedaan. De negen laatste kilometers werden geasfalteerd: een mooi fietspad dat start aan perron 1 van het station van Leuze. Je kan hier ook parkeren. Tussen het fietspad en het perron vindt je meteen het eerste bordje met knooppunt 24. Al snel ben je uit het stadje, tussen de velden.

In een weide, vlak langs de route, grazen exotische beesten: lama’s. Dan duik je onder de snelspoorlijn naar Parijs en Londen. Het laatste stuk van de fietsroute loopt door een prachtige omgeving, tussen schaduwgevende bomen. Einde in Basècles, aan de actieve spoorlijn Mons-Doornik.

Over 600m volg je een rustige weg, onder de ‘autoroute de Wallonie’ naar het Bois de Bataille. Het onverhard pad door het bos leidt je langs een vervallen kapel: ‘le Calvaire de la Pouille’. Een bank laat je toe te mediteren en van de stilte te genieten. De wegel komt uit op het kanaal Pommeroeul-Antoing. Het jaagpad hierlangs maakt deel uit van de RAVeL W4.

In de voetstappen van dinosaurussen

Na 2 km wisselen we van oever. Nog twee kilometer verder verlaten we het, aan de kruising met twee andere kanalen: dat van Blaton naar Aat en naar Harchies. De moerassen van Harchies zijn welbekend bij natuurliefhebbers en wie tijd heeft kan een ommetje in die richting maken. Fietsen is er toegelaten maar helaas niet bewegwijzerd met knooppunten.

Net voor de kruising ligt ‘la porte de garde’. Letterlijk een poort op het kanaal die naar beneden kan gelaten worden. In geval van nood (een dijkbreuk) kan daarmee het kanaal in twee gesplitst worden zodat een deel bruikbaar blijft. Vlak na de kruising liep hier ook de spoorlijn 78 Blaton-Bernissart. Die diende om de kolen uit de mijnen van Bernissart af te voeren. Op een diepte van 322m werden in 1878 een van de rijkste dinosauriërvindplaatsen ter wereld aangetroffen. Enkele van deze iguanodons kan je bewonderen in Brussel en een van hen is aanwezig in het Museum van de Iguanodon. Toen de mijnen sloten zakten de gangen in en ontstond het meer en moerassen.

Het is even klimmen om op de spoorzate te komen. Vanop de spoorwegbrug heb je een prachtig zicht op de kanalen en omgeving. Doorheen ‘la Grande Bruyère’, een natuurreservaat, loopt de route naar Blaton, op de spoorlijn Mons-Doornik.

Fietsen langs de Dender

Langs de rue de Condé bereik je het kanaal van Blaton naar Aat. Dit werd in voltooid in 1866 om een verbinding te maken met de Dender en is 23 km lang. Vandaar kan verder gevaren (en gefietst) worden tot Dendermonde, de monding in de Schelde.

Na de Eerste Wereldoorlog werd jaarlijks een miljoen ton kolen noordwaarts vervoerd; nu zie je hoogstens een plezierboot. Die hebben de tijd om de 21 sluizen tot Aat door te komen. Aan verschillende werden rustbanken geplaatst. Tot en met sluis 10 gaat het 23m ‘bergop’, dan is het vlak tot sluis 11 vanwaar een afdaling begint naar de Dender. Aan de andere kant van de waterscheiding loopt het water naar de Haine. Let ook op de kilometerpalen hier en daar (km4) nog aanwezig, met Blaton als kilometer nul.

Acht kilometer voor Aat ligt het ingeslapen dorpje Tongre-Notre-Dame. Het is maar een paar straten groot, maar heeft wel een indrukwekkende basiliek. Die moest in de loop der eeuwen telkens vergroot worden om de toevloed van pelgrims aan te kunnen. Ze ligt op een boogscheut (100m) van het kanaal: sla linksaf aan een metalen voetgangersbrug. Net voor Aat fiets je onder de reusachtige HST-viaduct.

In die stad loont het de moeite even rond te kijken (grote markt, het barokke stadhuis , oude toren ‘Burbant’, Gallo-romeins museum, park). Om terug te keren naar Leuze zijn er verschillende mogelijkheden . Wij namen de trein naar Leuze en keerden terug vanuit Aat. Dat kan voordelig met een seniorenbiljet of halve-prijs weekendbiljet. Kom je met de auto dan brengt de trein je op hooguit 10’ terug; om het half uur, ook in het weekend. Of je kan terugfietsen: hetzij 10 km langs de baan, met aanliggend fietspad; hetzij 14 km langs de knooppunten 84-74-86-61-60-54-53-52-30-29-47-8-7-6-24.

Een omveg via het bos van Beloeil

Hier bevinden zich een middeleeuws kasteel, een merkwaardige borrelende bron en een open zandvlakte met aanpalend café, ideaal voor een halte. Jammer genoeg is er amper bewegwijzering. In het ‘overzicht’ staat de gedetailleerde wegbeschrijving; die kan je ook downladen op gps en dan is het een fluitje van een cent.

Aan knooppunt 31 volg je richting 38 over een kilometer. Dan moet je linksaf naar ‘la mer de sable’ waar zich ook het gelijknamige en prachtig gelegen café bevindt. De visvijver van 40 ha die hier vroeger lag is nu verzand. Liefhebbers van zeldzame flora & fauna komen hier zeker aan hun trekken. Nabij het café ligt de kapel van Erconpuch. Hier hangen de omwonenden kleren op, in de hoop genezing te vinden.

Langs de zandvlakte kom je terug in het bos. Daar borrelt ‘la fontaine bouillante’, de bron waarvan sprake. Door een breuk in de aardlagen kan het water hier naar boven komen. Volgens de legende viel een prinses met haar koets hier in. Sindsdien hoort men elke Goede Vrijdag om middernacht de zweep van de koetsier knallen.

Aan knooppunt 30 wordt het kanaal overgestoken, rechtdoor tot ‘la canarderie’: een van de kasteelvijvers waar eenden op gekweekt werden. Vandaar kan je weer de knooppunten volgen, terug naar het kanaal: 26-27-28-29-89-82. En eventueel het kasteel van de prinsen de Ligne bezoeken. Zijn bijnaam, het kleine Versailles, is te danken aan de rijkelijk gemeubileerde en gedecoreerde zalen. Het domein beslaat 25 ha waarvan een vijver van 6 ha en onvergelijkbare Franse tuinen. De bibliotheek bevat 20.000 boeken !

Een kilometer verder richting Aat maar buiten de route ligt het kasteel Malaise uit de twaalfde eeuw, en vlakbij het Museum van het Plattelandsleven. Dat toont het leven van de boerenbevolking in die tijd.

 

Kortom

  • Afstand: 37 kilometer
  • Start: station Leuze
  • Uitbreiding door forêt de Beloeil: + 7 km
  • Wegtoestand: verhard, op 1 km na tussen 20-21 en de uitbreiding.
  • Reliëf: vlak
  • Veiligheid: bijna overal vrije fietspaden
  • Bewegwijzering: knooppunten 24-5-18-20-43-4-7-20-21-89-90-91-94-95-99-1-93-31-32-30-26-27-28-29-89-82-81-79-76-73-61-86-74-84
  • Logistiek: beperkt tot Ath en Beloeil
  • Blikvangers: spoorwegbrug over kanalenkruising, kasteel van Beloeil, fontaine bouillante, calvaire de la Pouille, kapel van Erconpuch

Portrait van onze Wapitrotteur/speciale gast:

Jo Verwimp is een van onze fietstester. Zijn leeftijd (74) belet hem niet intensief te fietsen, utilitair en recreatief. In het tijdschrift ‘Fietsen Moet Kunnen’ komen sinds 10 jaar zijn trajecten aan bod, steeds in combinatie met de trein.
Andere artikelen:
De authentieke brouwerijen van Leuze
Langs het groene kanaal Blaton-Péronnes

Invité

Zin om uw bezoek, wandeling of verblijf in Picardisch Wallonië met de buitenwereld te delen? Draag bij aan de Wapiblog! Meer info: www.visitwapi.be/nl/blog/draag-bij-aan-de-wapiblog/draag-bij-aan-de-wapiblog

Vorige artikel

Privé: Op wandel in de beboste heuvels van Frasnes